Laat de boter smelten in een kookpot. Snijd de ui in grove stukken. Bak de ui glazig in de boter. Schil ondertussen de aardappels en versnijd ze in grove stukken.

Was de komkommers. Leg een halve komkommer aan de kant voor de afwerking. Snijd de overige komkommer in grove stukken. De komkommer moet niet geschild worden. Laat hem meestoven met de ui in de boter. Overgiet de groenten met groentebouillon en laat het geheel mooi garen gedurende +/- 15 à 20 minuten.

Mix de soep tot een homogene massa. Giet de soep door een fijne zeef zodat je een mooie gladde soep krijgt. Laat de soep volledig afkoelen en bewaar ze in de koelkast.

Kook de tuinboontjes in gezouten water met een snuifje bicarbonaat. (Zo behoud je de mooie groene kleur). Koel vervolgens deze erwtjes in ijsgekoeld water.

Snijd de resterende halve komkommer in kleine dobbelsteentjes. Doe dit ook met de zoetzure augurken. Meng beide door elkaar. Dat staat al klaar voor de afwerking van je soep.

voor het krokantje
Doe ¾ deel van de tuinboontjes in een maatbeker met olijfolie, peper en zout en mix het geheel tot een gladde puree. Meng nu de roomkaas eronder en doe het mengsel in een spuitzak.

Breek de Pan Carasau in grove stukken.

Voor de presentatie:
Plaats een garnituur van blokjes komkommer en augurk in het midden van een diep soepbord. Leg er enkele tuinboontjes op. Werk naar smaak af met ansjovissen, erwtenbloemetjes en Bernagiebloemetjes. Een stevige draai van de pepermolen zal het gerecht nog wat pimpen.

Maak nu het krokantje van de Pan Carasau met de crème van de tuinboontjes. Dat doe je door wat crème op één blaadje Pan Carasau te spuiten en er nog een blaadje bovenop te leggen. Zo bekom je een galetje met tuinboontjes.

Serveer nu de gekoelde gazpacho aan tafel. Giet de soep rondom de garnituren.