Verwarm de oven voor op 180°.

Spoel ondertussen de raapjes. Halveer deze en schik ze op een ovenplaat bekleed met bakpapier.

Kruid af met peper en zout.

Was de krieltjes en kook ze in licht gezouten water gaar.

Zodra ze gaar zijn, gieten we ze af en leggen we de ongeschilde krieltjes op een ovenplaat.

Overgiet ze met een scheut olijfolie en kruid af met wat fleur de sel.

Leg enkele ongepelde knoflookteentjes tussen de krieltjes en schik er de takjes bergtijm over.

Voor de lamsribbetjes:
Neem opnieuw een ovenplaat bekleed met bakpapier.

Schik hierop de lamsribbetjes en bestrijk ze met wat olijfolie, waarin 2 teentjes knoflook zijn uitgeperst.

Zet de 3 ovenplaten teglijk in de voorverwarmde oven. De raapjes bovenaan. Deze zijn op 20 à 25 minuten gaar.

Haal ze uit de oven en houd ze warm door ze af te dekken met alu-folie.

De aardappeltjes en de lamsribbetjes mogen nog zo’n 20 minuten verder bakken tot ze mooi bruin gekorst zijn.

Maak ondertussen de dressing.

Pers 2 teentjes knoflook uit in de Griekse yoghurt.

Kruid af met peper en zout en zet opzij.

Versnijd de venkel zeer fijn op een mandoline en leg de venkel in ijswater voor ongeveer een 20 tal minuutjes.

Zo blijft de venkel mooi krokant en zal hij mooi krullen.

Voor de afwerking:
Neem een diep bord. Leg hierin de raapjes, de fijne sliertjes venkel met hierover een eetlepel Griekse yoghurtsaus.

Schik de krieltjes en de lamsribbetjes hiertegenaan en overgiet het geheel met de saus die overblijft op de bakplaat.

Kruid het bordje af met de groene kruiden crumble en serveer meteen.