– De saus:

Snij de banaansjalotten en de rode paprika in brunoise.

Stoof deze aan in olijfolie.

Voeg hierbij de volgende ingrediënten en laat geheel even inkoken:
– geplette knoflooktenen,
– de geraspte gember,
– de fijngesnipperde chilipeper (zonder de zaadjes),
– het sap van de uitgeperste limoen,
– de visbouillon.

Zodra de saus wat afgekoeld is voegen we de kokosmelk en de red curry pasta toe.

We snijden de citroengrasstengels in de lengte in twee en voegen die bij de saus voor extra smaakbeleving.

We laten het geheel 30 minuten sudderen.

– De mosseltjes:

We doen de gekuiste mosseltjes in een kookpot en zetten die meteen op een hoog vuur met een deksel erop.

We laten de mosseltjes in hun eigen sap garen gedurende 5 tot 8 minuten. Je kan witte peper naar eigen smaak toevoegen.

Best schud je de mosselen regelmatig om, op die manier komen de mosselen die onderaan liggen naar boven.

– De presentatie:

We scheppen de mosseltjes uit in een diep bord, voegen de saus erbij en werken af met in ringen gesneden zoete paprika en ajuinpijpjes.

Je kan het geheel nog verder decoreren met enkele korianderblaadjes.

Dit gerecht smaakt heerlijk met een side-dish van wilde rijst.